Welkom in een angstaanval

Dit gaat helemaal mis! De tranen prikken in mijn ogen en mijn lichaam roept: 'Ren!' Het voelt alsof ik net heb opgemerkt dat ik word aangevallen door een leeuw. In dat geval was deze lichamelijke reactie best handig geweest.

Wat er in werkelijkheid gebeurt is dat ik in de les Beeldende Vormgeving zit en we mogen zelf kiezen wat we gaan doen. Lekker improviseren. Dat is waar ik goed ik ben en trouwens de slogan van onze klas is: 'Alles is goed.' Perfectie loslaten is namelijk voor velen een leerpunt. Wanneer iemand naar perfectie aan het streven is worden we er weer aan herinnerd: Fouten maken mag en alles is goed. Maar perfectionisme is voor mij niet het probleem. Het maakt me niet zo veel uit wat ik maak, als ik maar plezier heb.

Toch sta ik hier nu stokstijf stil en ik kan niets bedenken. Normaal gesproken zit ik vol inspiratie. Nu is mijn hoofd leeg en tegelijkertijd vol met alarmbellen. Ik voel me als een kind van 4 jaar dat haar moeder is kwijtgeraakt in een supermarkt. Blinde paniek! Waar ik ook kijk ik kan mijn moeder nergens vinden. Vertaald naar de werkelijkheid: Wat ik ook probeer te bedenken, er komt niets bruikbaar in me op.

De paniek binnen in mij uit zich als rustig en stil aan de buitenkant. Niets van wat er in mij omgaat weet ik naar buiten te brengen. Hoe leg je nou uit aan je klasgenoten dat je helemaal in paniek bent om niets? Ik sta op het punt om in huilen uit te barsten, maar wat vertel je als iemand vraagt waar je om huilt? 'Ik heb het gevoel dat alles misgaat, dat ik in levensgevaar ben.' Ik hoor de begrijpelijke reactie al: 'Maar wat gaat er mis dan?' Waarop ik dan zou moeten zeggen: ' Niets eigenlijk. Mijn gevoel zegt gewoon dat dat zo is.' Ik zie de vraagtekens al op de voorhoofden van mijn klasgenoten staan. Het is niet op een rationele manier uit te leggen. Daar komt bij dat ze me toch niet kunnen helpen. Het zit in mij. Ze kunnen daar niets aan veranderen. Dat moet ik zelf doen.

Ik besluit om in de situatie te blijven, ookal schreeuwt mijn hele lichaam dat weg moet rennen om te overleven. Ik blijf voor de aanvallende leeuw staan. Eerst nu bevroren door angst, maar na een paar diepe ademhalingen en bewust ingezetten positieve gedachten ben ik klaar om de strijd aan te gaan. Ik krijg weer rust en ruimte in mijn hoofd. Helder nadenken is weer mogelijk en de leeuw verdwijnt. Ik zie opeens dat meer klasgenoten nog aan het zoeken zijn naar wat ze de rest van de les gaan doen. Het enige verschil is dat mijn lichaam met meer stress reageert dan dat van hen. De reactie in mijn lichaam is niet heel realistisch, maar voor mij zo normaal.

Meer ervaringsverhalen