#trueselfie: Al 21 jaar ervaring met depressie

Mijn eerste diagnose ‘depressief’ kreeg ik op mijn 8ste. Ik ben inmiddels 29. En ondanks mijn 21 jaar aan ervaring, vind ik het nog steeds verschrikkelijk om erover te praten.

Een jaar geleden kreeg ik weer last van depressieve gevoelens. Ik zonderde me af, ging niet meer sporten, wilde niet meer afspreken met mensen. Het liefst wilde ik na het werk meteen mijn bed in en alleen maar slapen. Mijn vriend Brian verwonderde zich vaak: ‘We hebben een heerlijk huis, een mooie auto, een lieve kat, vertel me dan waarom je zo verdrietig bent.’ Ik kon het hem gewoon niet uitleggen. Soms had ik gewoon geen woorden om gedachtes te omschrijven, een andere keer was ik te emotioneel om het uit te leggen. Het ging van kwaad tot erger. Tot het punt dat ik mezelf écht niet meer uit bed kon krijgen. Mijn vriend  Brian en ik besloten dat ik me (wéér) moest aanmelden bij GGZ in Geest. Daar werd ik na een wachtperiode geplaatst bij een Basis GGZ psychologe, met wie ik best aardig kon opschieten. Ook kreeg ik van de psychiater Prozac (fluoxetine) voorgeschreven en hoewel ik het vreselijk vond om weer medicijnen te nemen, besloot ik om dit toch maar te doen.

Ik kreeg al vrij snel ‘last’ van een verminderde eetlust, en viel zo 5 kilo af. Dat vond ik eigenlijk niet zo erg. Maar naarmate ik het langer slikte voelde ik me helemaal niet ‘beter’ worden. Integendeel. Ik kreeg last van extreme nachtmerries, elke nacht weer. Ik was rillerig, had het altijd koud. Eigenlijk wilde ik hier al vrij snel mee stoppen, maar dat vond mijn psychiater niet verantwoord, dus ik bleef het slikken. Mijn vriend zag me afglijden, maar vond het moeilijk mij goed te steunen.

Samen bedachten we een manier van communiceren, waarin hij snel kon pijlen waar ik met mijn gedachtes zat, en hoe het met mij ging. We bedachten 5 kleuren:

Geel = Het gaat goed. Ik voel me lekker. Geen enkele sombere gedachte. Groen = Ik voel me prima. Het gaat wel ok. Blauw = Het gaat niet goed, ik heb sombere en negatieve gedachtes Rood = Ik voel me erg slecht. Veel depressieve gedachtes. Zwart = Help. Suïcidale gedachtes.

Hij vroeg vaak: “Wat is je kleurtje?”. Voor mij was dit een veilige en makkelijke manier om te laten weten hoe ik me voelde. En voor hem een goede graadmeter of hij naar huis moest komen of niet.

Het ging van kwaad tot erger, ik werd enorm angstig, heb hele dagen in bed gelegen, hoorde stemmen in mijn hoofd, had gedachtes van zelfdoding. Echt verschrikkelijk, ik dacht dat ik écht gek werd. Op een nacht werden de gedachtes van zelfdoding me teveel. Ik heb urenlang in een soort foetushouding gelegen, bevend. Toen ik weer ‘grip’ had op mijn lichaam, maakte ik mijn vriend wakker en vertelde dat ik me ‘zwart’ voelde. Tevens belde ik mijn zusje. Als ik niet aan mijn vriend had verteld dat ik me ‘zwart’ voelde, was ik er niet meer geweest...

Mijn zusje en haar vriend stapten meteen in de auto en kwamen meteen naar me toe, ze woont in Groningen, ik in Aalsmeer. Mijn zusje is orthopedagoog, en herkende veel signalen. Al voordat ze bij mij was aangekomen had ze de crisisdienst en de huisartsenpost al gebeld, ze had geregeld dat ik meteen mocht langskomen. Bij de huisartsenpost keken ze of ik echt wel naar de crisisdienst moest, ik kreeg een ‘JA’  en mocht doorrijden naar Haarlem. Eenmaal op de crisisdienst aangekomen moesten we echt enorm lang wachten. Ik zat daar met mijn zus, haar vriend (ook pedagoog), mijn vriend en ik. Volgens mij moesten we wel 2.5 uur wachten voor de dienstdoende psychiater met mij kon praten. Toen ze eenmaal beschikbaar was, vroeg ze of ik alleen met haar wilde praten, of dat mijn naasten er ook bij mochten zijn. Ik vond dat laatste fijn, ik dacht dat het beter was om ‘open kaart’ te spelen. Het was een erg lieve vrouw, ik gok van mijn leeftijd. Ze stelde heel veel vragen, veel over vroeger, over trauma uit mijn jeugd. Het was erg fijn dat mijn zusje er was, die kon heel veel dingen confirmeren, en waar nodig beter uitleggen. Als ik eraan terugdenk, krijg ik nog tranen in m’n ogen, hoe fijn het was dat zij er voor mij was. De psychiater zei dat ik last had van een dissociatie, ze dacht dat ik heel slecht reageerde op de Prozac. Ik kreeg wat verdovende middelen voorschreven (naast de oxazepam die ik al thuis had), ik kreeg Lorazepam en Quetiapine. Ook werd ik doorverwezen naar een ander specialistisch centrum voor trauma’s bij het VU in Amsterdam. De Prozac mocht ik niet meer slikken.

Omdat ik al bij het GGZ liep, kon ik met spoed op de wachtlijst worden gezet voor specialistische zorg. Er werd PTSS vastgesteld (posttraumatische-stressstoornis) en ik was zwaar depressief. Ik werd op de wachtlijst gezet voor EMDR en Cognitieve Gedragstherapie (CGT). In de tijd dat ik op de wachtlijst stond kon ik terecht bij mijn ‘oude psychologe’ die mij door gesprekken twee keer per week probeerde te stabiliseren. Mijn zusje, moeder en vriend steunden me enorm, ze vroegen me wel tien keer per dag wat mijn kleurtje was. En als het ‘blauw’ of ‘rood’ was kwamen ze naar me toe en gingen we wandelen, of zorgden ze op een andere manier voor afleiding.

Inmiddels, driekwart jaar later heb ik mijn EMDR afgerond en gaat het weer goed met mij, ik ben niet depressief meer. Wel ben ik nog bezig met CGT.

De manier van communiceren met kleur heeft mij, en mijn familie enorm geholpen. Je kan wel zeggen dat het mijn leven heeft gered. Ik weet zeker dat als het voor mij werkt, het ook voor anderen kan werken. En daarom wil ik me inzetten om lotgenoten kennis te laten maken met de kleurenkaarten. Zodat het een hulpmiddel kan zijn in donkere tijden. Niet alleen voor hen, maar ook voor hun naasten.  Ik heb een website in elkaar geklikt waar je gratis je eigen kleurenkaartjes kunt samenstellen. Die stuur ik dan naar lotgenoten toe. Ik noem het: 'a Bunch of Colors.org', maar voor mij betekent het veel meer dan 'een boel kleurtjes'.

Bedankt voor het lezen!

X Maayke

Meer ervaringsverhalen