Jongeren breken het ijs en maken psychische problemen bespreekbaar in de klas

Peers_in de gang

Praten met leeftijdsgenoten over psychische problemen verlaagt de drempel om hulp te zoeken. Dit blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de effecten van peer education op psychische problemen van jongeren op de middelbare school en op het mbo.
 
Bijna één op de vijf jongeren ervaart wel eens psychische klachten. Daarnaast kwalificeert het CBS één op de twaalf jongeren in de leeftijd van 12 tot 25 jaar als psychisch ongezond. Psychische problemen komen enorm veel voor, maar erover praten is voor veel jongeren lastig. Ze schamen zich voor hun klachten en denken vaak dat ze de enige zijn. Hierdoor blijven ze soms lange tijd rondlopen met hun problemen, die dan gaandeweg kunnen verergeren.

De MIND Young Academy heeft effect

MIND en Diversion hebben daarom onder de naam MIND Young Academy een speciaal lesprogramma ontwikkeld. Leeftijdsgenoten die zelf (of in hun nabije omgeving) te maken hebben gehad met psychische problemen gaan de klas in om hun ervaringen te delen en andere jongeren te stimuleren om over hun psychische problemen te praten. Ze laten zien dat meer jongeren worstelen met psychische klachten. “Door ons verhaal te vertellen geven we andere jongeren zelfvertrouwen en het gevoel dat ze er niet alleen voor hoeven te staan. Dat opent deuren voor een persoonlijk gesprek”, aldus een peer educator.
 
En dat heeft effect. Het Verwey-Jonker Instituut deed onderzoek onder ruim 250 leerlingen, docenten en peer educators naar de methode van de MIND Young Academy. Daaruit blijkt dat leerlingen na de gesprekken met peer educators zich realiseren dat psychische problemen veel meer voorkomen dan ze dachten, ook onder jongeren. Leerling: “Je ziet niet altijd gelijk aan iemand of hij psychische problemen heeft. Zo was de peer educator een relaxte jongen. Het kan iedereen treffen.”
 
Daarnaast hebben de lessen ervoor gezorgd dat leerlingen nu weten dat, én waar er op school hulp is als je last hebt van psychische klachten. Wat nog meer opvalt is dat het programma voor leerlingen de drempel richting ‘hulp zoeken’ verlaagt. Zo kwamen leerlingen na de les naar de zorgcoördinator of mentor om hun verhaal te delen. En werd er in klassen opener gesproken over kwetsbaarheden of zorgen vanuit leerlingen.
 
Een zorgcoördinator: “We krijgen nu leerlingen met klachten in beeld waar we nog geen weet van hadden. En ook leerlingen die thuis een broertje, zusje of ouder hebben met problemen of een ziekte, die leerlingen gaan nu praten.”

Peer education is groot deel van het succes

Dat het programma de drempel naar hulpverlening verlaagd is een belangrijk resultaat. Het programma heeft daarnaast door de ervaringsverhalen over ‘wat helpt’ een positief effect op de beeldvorming van jongeren op de zorg.

Vivianne Goedhart, projectleider psychische gezondheid bij Diversion: “Het onderzoek bevestigt dat onze aanpakt werkt en het stimuleert ons om deze aanpak zo snel mogelijk landelijk verder te verspreiden. In mijn ogen ligt de sleutel van dit succes bij de inzet van peer educators. Dankzij hun ervaringsverhalen krijgen jongeren met problemen eerder de juiste handvatten en kunnen we voorkomen dat ze vroegtijdig uitvallen op school of dieper wegzakken.”

Sander Slootmaker, programmamanager MIND Young, vult daarop aan: “MIND streeft ernaar om in 2040 de mentaal gezondste jeugd van de wereld te hebben. Het bespreekbaar maken van psychische gezondheid op elke school past goed binnen deze ambitie en om dit een vast onderdeel te maken van het curriculum in het voortgezet en middelbaar onderwijs. We zien dat de lessen van de peer educators écht iets doen voor de leerlingen: we merken dat het begrip en de openheid toeneemt. MIND & Diversion vinden het daarom belangrijk om zo snel mogelijk dit lesprogramma op alle scholen in Nederland aan te kunnen bieden.”

Meer informatie

Neem voor meer informatie over MIND Young Academy contact op met Sander Slootmaker, 033-3032313
Het onderzoeksrapport van Verwey-Jonker Instituut is via deze link te vinden.