#Prestatiedruk: Presteren met psychische kwetsbaarheid

Door: Lyka (@UitTherapie)

Op donderdagavond 28 september had ik er een lange werkdag van 9:00 tot 18:00 uur opzitten bij mijn vrijwilligerswerk in de jeugdpsychiatrie. Een dag vol intakegesprekken met ouders en hun kinderen en het geven van preventieve trainingen. Ik heb sterk getwijfeld; moet ik er nog wel heen gaan? Zit ik niet veel liever vanavond op de bank of vroeg in bed, dan in een collegezaal? Antwoord: ja. Toch ben ik richting de Vrije Universiteit gereisd om het evenement ‘Stress to Impress’ bij te wonen en *spoiler alert*: had hier achteraf geen spijt van.

Ik kon me gelijk vinden in de woorden van de eerste spreker. Filosoof en bijzonder hoogleraar Bas Haring zei: “In feite is het leven betekenisloos; eigenlijk is het gewoon 80 jaar bewegen op een bolletje, meer niet.” Ook legde hij de keuze voor: een betekenisvol,  ongelukkig leven leiden dat herinnerd zal worden, of een betekenisloos, gelukkig leven dat niemand zal bij blijven? De maatschappij en wijzelf maken onszelf wijs dat we een betekenisvol leven moeten leiden om gelukkig te zijn. Zijn tips luidden: negeer de druk vanuit de maatschappij dat het leven betekenisvol moet zijn, zeg vaker nee en accepteer dat het leven eigenlijk gewoon 80 jaar bewegen op een bolletje is.

Hier haakte de documentaire, genaamd: ‘Stress to Impress’ van Sanne, Alain en Tom, mooi op in. De maatschappij vertelt ons dat we een betekenisvol leven moeten leiden om gelukkig te zijn. Dit maken wij ook onszelf wijs. We moeten bijvoorbeeld hard studeren om nog een goede baan te kunnen krijgen. Een zesjescultuur past daar niet meer bij, want: ‘voor jou tien anderen’. We moeten excelleren om nog mee te kunnen doen, met als resultaat een maatschappij dat voor de meeste mensen moeilijk bij te benen is. De millennial generatie wordt door oudere generaties beschuldigd van luiheid en aanstelleritis, terwijl uit cijfers toch echt blijkt dat steeds meer jongeren burn-out klachten krijgen en zelfs depressief raken. Maar liefst 79% van de jongeren ervaart een hoge prestatiedruk en 45% van deze jongeren zegt wel eens te zijn thuisgebleven omdat zij zich oververmoeid of opgebrand voelden.

Social media en opvoeding speelt hierbij een grote rol. Via Instagram en Facebook komen bijna alleen maar perfecte plaatjes voorbij van een gezellige grote groep vrienden of knappe prestaties; #squadgoals #cumlaude #lovemyjob. Ouders en scholen leren hun kleuters al aan dat ze perfect moeten zijn, want op het maken van fouten wordt je afgerekend. Al heb je zo hard je best gedaan, er gaat toch een dikke kruis of streep doorheen. Welke kleuter streeft er niet naar een sierlijke krul van de juf of meester en een toffe sticker?

Zelf ben ik (nog steeds) student. Ik deed (wegens omstandigheden) 7 jaar over mijn havo, studeerde vervolgens een jaar Social Work en stopte deze studie wegens ziekte. Begon toen aan de studie SPH (sociaal pedagogische hulpverlening) en ben daar inmiddels al 6 jaar mee bezig. Ik heb dus 2 jaar studievertraging opgelopen. Kort gezegd: ik bezweek telkens onder de druk. Niet alleen van studie, maar ook door gebeurtenissen zoals het overlijden van mijn moeder op de middelbare school en de lichte herseninfarct van mijn vader tijdens het eerste jaar van mijn studie, waarna ik tijdelijk mantelzorger was. Het is namelijk niet dat ik niet goed kan leren; voordat mijn vader ziek werd had ik een cijferlijst vol afgeronde 8en en 9-ens. Ik zou mijn propedeuse in één keer en misschien ook wel cum laude halen. Je kunt daar verder natuurlijk niet zo heel veel mee, maar het was wel een toffe prestatie geweest. Wie mijn blogs kent, weet dat ik voornamelijk schrijf over mijn psychische kwetsbaarheden. Niet omdat ik daar zo trots op ben, maar omdat ik het belangrijk vind openheid hierover te geven zodat het er mag zijn; het taboe doorbroken wordt. Prestatiedruk in combinatie met psychische kwetsbaarheden leidt er toe dat ik er eigenlijk constant mee geconfronteerd word dat ik er niet bij hoor; het lukt mij niet mee te draaien in deze maatschappij. Sinds mijn 19e ben ik arbeidsongeschikt verklaard, dus ik ben inmiddels al 8 jaar werkloos. Sinds het studeren ben ik een aantal keer teruggevallen in een depressie waardoor ik vertraging opliep en zelfs een aantal maanden thuis zat. Ik lag wekenlang in bed en om mij heen gingen mijn klasgenoten, vrienden, de maatschappij vrolijk verder.

Tien maanden lang vier dagen in de week volop meedraaien in de praktijk en de vijfde dag les. Daarbovenop kwamen dan nog de stageverslagen, onderzoeken en overige opdrachten. Zo zag mijn derdejaars stagejaar eruit.  Ik lag elke dag om half 10 al in bed om de volgende stagedag weer te kunnen handelen, maar desondanks was ik in het weekend helemaal op. Waar de meeste klasgenoten ook nog moesten werken in het weekend en daarna zelfs uitgingen, kon ik niet eens de energie opbrengen om in het weekend een vriendin op te bellen. Ik snap nog steeds niet hoe ze dat hebben klaargespeeld. Na 9 maanden stage (met overigens slechte begeleiding), raakte ik opgebrand. Op een gegeven moment had ik elke ochtend en elke avond een huilbui, omdat ik het niet meer trok en er ontzettend tegenop zag weer naar mijn stage te moeten. Ik kreeg vage lichamelijke klachten, zoals duizeligheid en misselijkheid, waardoor ik nauwelijks op mijn benen kon staan en constant het gevoel had dat ik elk moment flauw kon vallen of over mijn nek kon gaan. De huisarts kon niets vinden en besloot: stress, ofwel; de klachten waren psychosomatisch. Later bleek dat ik leed aan chronische hyperventilatie, dus een soort van constant hyperventileren zonder dat je dat zelf door hebt. Het waren burn-out-achtige klachten. In overleg met mijn SLB’er maakte ik de keuze om voor mijn gezondheid te kiezen en te stoppen met mijn stage. Ik had wederom het gevoel alsof ik had gefaald en raakte uiteindelijk in een zware depressie. Tijdens mijn herstel zag ik er vooralsnog tegenop mijn studie weer op te pakken. Ik fantaseerde zelfs van een baan achter de kassa, zoals mijn vroegere bijbaan: Bleep, bleep, bleep. Heerlijk; geen hoge verwachtingen, geen prestatiedruk, maar gewoon: Bleep, bleep, bleep. Maar ja, ook ik verlang toch wel naar een betekenisvol leven en wil heel graag een beroep uitoefenen waarbij ik mensen kan ondersteunen bij psychische problemen. Ik geloof niet dat klanten bij de Albert Heijn bij mij in de rij zouden staan om te betalen voor een therapiesessie.

Toch bleken ook mijn (ogenschijnlijk psychisch gezonde) klasgenoten last te hebben van stress. Een docent vroeg ons tijdens de lesdag van ons stagejaar een keer: hoe gaat het met jullie? En kreeg vervolgens een unaniem antwoord: ‘Moe’. Er ontstond een discussie over voltijd opleidingen. Ook de docent gaf toe: een voltijd opleiding houdt geen rekening met nevenwerkzaamheden en gaat er vanuit dat je alle tijd die je hebt kunt besteden aan studeren. Dat terwijl veel studenten (soms noodgedwongen) op kamers wonen en dus huur moeten betalen en een inkomen nodig hebben om rond te kunnen komen. Met de huurprijzen in Amsterdam bijvoorbeeld red je dat écht niet met alleen je stufi. Studeren lijkt steeds meer iets te worden dat alleen is weggelegd voor de elite.

Niet alleen door ervaring, maar ook dankzij mijn studie weet ik dat ik gevoelig ben voor stress. Dit komt door wat ik heb meegemaakt, maar ook doordat als kind de “stressbestendigheidsfunctie” in mijn hersenen beschadigd is geraakt. Dit heeft te maken met de prefrontale cortex en het amygdala, maar ik ga mij er niet aan wagen dit verder uit te leggen, vooral niet na het fantastische flitscollege gisterenavond van hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder (wat is die man toch leuk!). Het komt erop neer: ik kan er niets aan doen en moet hiermee dealen. Gelukkig kunnen de hersenen zich bij stressvermindering herstellen, zo luidde de hoopvolle boodschap van professor Scherder. Ik ben nu 27 jaar en zie oud-klasgenoten al afstuderen van een tweede studie of al jaren een toffe baan uitoefenen. Dan voel ik mezelf een behoorlijke prutser met alleen nog een havodiploma op zak. Stress hoort eenmaal bij het leven en bij deze maatschappij. Psychisch kwetsbaar zijn hoort blijkbaar bij mijn leven. Ik vraag mij dan ook geregeld af; zal het mij ooit lukken wel mee te kunnen draaien in de maatschappij? Er weer bij te horen? Ik zal in mijn achterhoofd moeten houden dat ik door mijn klachten misschien wel nooit een (voltijd) baan zal aankunnen, terwijl ik dit wel heel graag zou willen. Zou mijn leven dan nog betekenisvol zijn?

Soms heb ik het idee dat ik zelfs zonder die psychische kwetsbaarheden niet mee zou tellen. Als ik mijn Instagram feed check, realiseer ik me namelijk dat ik: vrijwel nooit uit ga, geen grote vrienden groep heb, niet van technofestivals houd, zelden alcohol drink, wiet en hash geen chille uitwerking hebben op mij en ik geen verre reizen maak. Misschien ben ik daadwerkelijk het buitenbeentje van mijn generatie. Maar na gisterenavond denk ik óók: misschien is dat zo ongezond nog niet. Op naar de resterende 53 jaar op een bolletje.

Zie voor meer blogs: http://www.uittherapie.nl/

Meer ervaringsverhalen