Overhaast conclusies trekken
Mensen trekken de hele dag door conclusies over dingen die gebeuren. Het bespaart tijd om in korte tijd verbanden te leggen en situaties snel te interpreteren. Vooral in een gevaarlijke situatie, waarbij je snel in actie moet komen, is dit soms van levensbelang. Je kunt je voorstellen dat je niet al te lang wil nadenken over een motorgeluid dat steeds harder klinkt terwijl je op een zebrapad loopt. Mensen die sneller achterdochtig zijn hebben de neiging om sneller naar conclusies te springen. Ongeveer 20% van de mensen heeft sterk de neiging om snel conclusies te trekken. Dit is iets dat ze zelf vaak niet doorhebben, maar dat betekent niet dat ze er geen last van hebben.
Wanneer is het snel conclusies trekken niet handig?
Soms is het niet helpend om snel een conclusie te trekken. Bijvoorbeeld als je je conclusie als enige waarheid aanneemt en geen rekening houdt met eventueel andere verklaringen. Soms kloppen interpretaties niet en voel je je er onnodig rot of bang over. Jane voelt zich bijvoorbeeld onprettig bij het idee dat mensen over haar praten en piekert daar veel over.
Hoe verloopt springen naar conclusies in de hersenen?
Bij gevaar zijn we snel in het trekken van een conclusie, maar dit gaat ten koste van de nauwkeurigheid. Na de snelle beoordeling komt een trage beoordeling. Het eerste proces verloopt snel en zonder nadenken. Het signaal gaat van de oogkas naar het herkenningscentrum (wat is het?). Door naar het emotiecentrum (pas op, gevaar!) en eindigt in het bewegingscentrum (wegwezen!). Tussen waarnemen en reageren gaat ongeveer een halve seconde voorbij. Als iemand bijvoorbeeld een groot insect in je schoot gooit, spring je binnen milliseconden op en ren je weg. De hartslag schiet omhoog, je zweet en je spieren zijn gespannen en klaar voor verdere actie.
Het tweede proces van de bewuste beoordeling komt nu op gang. Je kijkt goed naar het insect en ziet dat het niet beweegt. Dichterbij zie je dat het een plastic speelgoedinsect is. Je bent gerustgesteld. Je bewuste beoordelingscentrum geeft een bericht door naar het emotiecentrum dat het vals alarm was. Het emotiecentrum gaat terug en verlaagt de hartslag, stopt met stimuleren van de zweetklieren en ademhaling en gaat zo weer terug naar normaal.
Wat geeft richting aan je conclusie?
Door wat je eerder hebt meegemaakt geef je betekenis aan wat je nu ziet. Als je vroeger bent gepest zal je sneller denken dat er over je wordt geroddeld wanneer je mensen ziet praten en tegelijkertijd naar je ziet kijken.
Ook je emoties kleuren je interpretaties. Als je je angstig of onzeker voelt, zal je sneller denken dat er negatief over je wordt gepraat als mensen naar je kijken.
Wat kan ik eraan doen?
- Onderscheid feiten van interpretaties.
- Je kunt jezelf aanleren om eerst wat meer details te verzamelen voordat je een conclusie trekt. Als je eenmaal negatieve gedachten toelaat zijn je hersenen geneigd om deze gedachte meer aandacht te geven. Blijf daarom alert op aanwijzingen die jouw interpretatie tegenspreken. Wees je ervan bewust dat je soms meer informatie nodig hebt om iets met zekerheid te kunnen zeggen.
- Bespreek je voorgevoel eens met iemand die jij vertrouwt. Voor een ander is het vaak makkelijker om je gedachten bij bepaalde gebeurtenissen objectief te beoordelen.
Meer hulp nodig bij overhaaste conclusies?
- Chat, bel, app of mail met iemand van MIND Korrelatie.
- Praat met je vrienden of familie. Lees meer over hoe je dit aan kunt pakken.
- Praat met iemand in je omgeving of op school.
- Er zijn in Nederland speciale teams (EDI-teams) die helpen bij bijzondere ervaringen. Vind een EDI-team bij jou in de buurt.
- Of zoek contact met je huisarts.
Meer informatie
Bekijk de video 'Dit willen we niet meer horen: anekdotisch bewijs' van Zondag met Lubach